Hoewel het aanbod er nog steeds schaars is, is het aantal midden huurwoningen in de vrije sector tussen 2012 en 2018 flink toegenomen. De oorzaak hiervan zijn de vele beleggers die woningen kopen om ze vervolgens te verhuren.
Chelsey van der Vegt (12 juli 2019, bron: RTL Nieuws)
Nieuw aanbod
De nieuwe woningen in de vrije sector zijn grotendeels voormalige koopwoningen. Er is maar een klein deel van de sociale huurwoningen doorgeschoven naar de vrije sector. Ook zijn er maar weinig vrijesectorhuurwoningen bijgebouwd. In totaal nam het aantal middenhuurwoningen tussen 2012 en 2018 met 193.000 toe. Maar 45.000 van die woningen zijn nieuw gebouwd.
Dure huurwoningen
Doordat de huurprijs van huurwoningen in de vrije sector niet gereguleerd is, zijn verhuurders vrij om de huurprijs zelf te bepalen. Volgens economen zorgt dit voor een groot probleem: het grootste deel van de huurwoningen in de vrije sector hebben een hoge huurprijs, waardoor ze onbetaalbaar zijn voor de meeste huurders.
De vrije sector bestaat uit woningen met een middenhuur en hoge huur. De grens tussen deze twee groepen ligt op € 1000,- per maand. Echter vragen particuliere verhuurders gemiddeld € 1.045,- huur per maand. In de vier grote steden ligt het gemiddelde zelfs op € 1.156,-. Door de hoge huurprijzen valt het gros van de huurwoningen niet meer in het middensegment, maar in het dure segment.
Problemen voor jongeren
Vrijesectorwoningen zijn populair bij jongeren onder de 35 jaar. Zij huren maar liefst de helft van alle vrijesectorwoningen in Nederland. Dit komt omdat zij niet in aanmerking komen voor een sociale huurwoning omdat ze teveel verdienen of niet lang genoeg op de wachtlijst staan. Vaak is een huis kopen niet mogelijk door het gebrek aan een vast contract of eigen vermogen.